December 21, 2014
Lucas 2:1-7
"En het geschiedde in die dagen dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden. Deze eerste inschrijving vond plaats toen Cyrenius over Syrië stadhouder was. En ze gingen allen op weg om ingeschreven te worden, ieder naar zijn eigen stad. Ook Jozef ging op weg, van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar de stad van David, die Bethlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was, om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was. En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou, en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg."
Betrokken koning - Luc.2:1;1:5
Betrokken keizer - Luc. 2:1
Betrokken bewindvoerder - Luc. 2:2; Hand.5:37
Betrokken volk - Luc. 2:3; Num. 1: 2
Betrokken plaats - Luc. 2:4; Ruth 4:11,21-22; Micha 5:1
Betrokken gezin - Luc. 2:4-5
Betrokken Verlosser - Luc. 2:6-7
November 30, 2014
Efeze 2:4
Inleiding - 1Tim. 1:3;6:2-5; Ef.2:5-6
Gerechtelijke verbondenheid - 2Tim.1:9; Ef. 3:11; 1:4;Gal. 2:20; Rom. 6:6,4; Ef.2:5; Rom. 6:11; Ef.2:6
Geestelijk levende verbondenheid - Gal. 2:16; 3:26; Ef.1: 3; 2Tim. 5:17; Rom.6:23-24; 8:1; 2Kor. 5: 21; Ef. 4:32; Gal. 2:4; Fil. 3:7-14; Kol.2:5b-7; 2Kor.2:14: 1Tess.5:16-18
Werkelijk verbondenheid - 1Tess.4:16b, 14; Rom. 8:38-39
November 23, 2014
Efeze 2:1-10
Inleiding - 2Kor. 5:17
Het symptoom van een arrogant hart - 1Pet. 5:5
Het symptoom van een boos hart – Ef. 4:26-27
Het symptoom van een bitter hart – Heb. 12:15
Het symptoom van een overbezorgd hart – Jer. 17:5-6
Het symptoom van een ongedisciplineerd hart – Spr. 25:28
Het symptoom van een jaloers hart - Spr. 6:34; 27:4
November 16, 2014
Efeze 2:4
"Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft"
Gods goedheid – Ps. 25:8; 34:9; 54:8; 86:5; 100;5; 106:1; 107:1; 135:3; 136:1; 147:1; Luc.6:35; Jac.1:17; Ps.23:6; Mar 10:17-18
God is barmhartig - Ef. 2:4; Titus 1:13; Rom. 9:15; Titus 3:5; 1 Pet.1:3; Luc.6:36
God is liefde - Ef. 2:4; Hos 11:1,4; Deut.7:6-8; Jer.31:3; Zef. 3:17; Joh 15:13; 1Joh 4:9-10; Rom. 8:35-38,39; Job.42:5-6
October 26, 2014
Efeze 2:1-7
"Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid, onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus."
Inleiding - 2 Tess. 2:6-8; Matt. 8:12
Gevangen door de zonden – Ef. 2:1a; Marc. 9:40; Luc. 11:23; Rom. 3:10-12
Gevangen door de wereld - Ef.2:1b; Rom. 3:15-17
Gevangen door de duivel - Ef. 2:1c; Joh. 12:31; 1Joh. 5:19; Rom. 3:13-14
Gevangen door de lusten - Ef. 1:3
Gevangen tot oordeel - Ef. 2:3
October 19, 2014
Efeze 2:1-7
"Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid, onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus."
Inleiding - Gen. 4:8,19; 6:5; 19:1-5, 30-35; 34:1-2, 24-29; 38:14-19
De gevallen mens - Ef. 2:1; Rom. 3:11
Het wezen van de zonde - Rom. 3:9; Joh 8:34; Rom. 6:12, 20, 23; Ef. 2:1; 1 Kor. 2:14; Gen. 6:5; Jer. 13:23; Rom. 1:16; Joh 15:5
October 12, 2014
Efeze 2:1-7
"Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid, onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus."
De mens geschapen naar God beeld - Gen. 1:26
De werkelijke omschrijving van ons wezen - Gen. 1:26a; 9:5-6; Jak. 3:8-9
De werkelijke omschrijving van ons werk - Gen. 1:26b, 28
October 5, 2014
Efeze 2:1-7
"Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid, onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus."
De schepping als theater – Gen. 1; Mark. 13:24-25, 31; Openb. 20:11; 21:1
De mens als hoofdspeler – Gen.1:26; 2:7
De mens geschapen naar God beeld - Gen. 1:26; 11:6; Ps. 8
September 28, 2014
Ef.1:15-23
Gods onvergelijkbare kracht in werking - Ef. 1:19; 2:7; 3:19
Gods kracht in de verheerlijking van Christus - Ef. 1:20-21
- Opstanding van Christus - 1Kor. 6:14; Fil. 3:10
- Verheerlijking van Christus - Marc. 14:62; Heb. 1 :3; 1Pet.3:22
- Verhoging van Christus - Ef 1:21; Fil.2:9-11
Gods kracht in de verwerving voor Christus - Ef. 1:22; Heb 2:14; Kol. 2:15; Mat 28:18; 1 Pet. 3:22; Openb. 5:6-10
Gods kracht in de volmaking door Christus - Ef 1:22b – 23
September 14, 2014
Efeze 1:15-17
"Daarom, omdat ook ik gehoord heb van het geloof in de Heere Jezus onder u, en van de liefde voor alle heiligen, houd ik niet op voor u te danken, als ik in mijn gebeden aan u denk, opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem"
De God van kennen - Ef. 1:17a; Joh. 1:18
Het kennen van God - Ef. 1:17b; Hos. 6:6; Jer. 9:23-24; Joh. 17:3
September 7, 2014
Efeze 1:15-16
"Daarom, omdat ook ik gehoord heb van het geloof in de Heere Jezus onder u, en van de liefde voor alle heiligen, houd ik niet op voor u te danken, als ik in mijn gebeden aan u denk"
De test van de liefde – Ef. 1:15c; Jac. 2:18,26
Liefde is statisch
Liefde is beperkt
Liefde is begrensd
Liefde is tijdelijk
Liefde is uitgeput
Liefde is partijdig
Liefde is voorwaardelijk
Liefde is onvoorwaardelijk
Liefde is plaatselijk
Liefde is een plicht
Liefde in niet dwaas
Liefde is - 1 Kor. 13:4-8; Joh. 13:34-35; 15:12-13; Rom. 5:6; 1 Joh. 3:14
August 31, 2014
Efeze 1:15-16
"Daarom, omdat ook ik gehoord heb van het geloof in de Heere Jezus onder u, en van de liefde voor alle heiligen, houd ik niet op voor u te danken, als ik in mijn gebeden aan u denk"
Inleiding - Daniel 5:1,6,18-27
Tijd versteken – Ef. 1:15a, Hand. 28:30-31
De test van geloof - Ef. 1:15b
- Een verkeerde volgorde
- Een verkeerde nadruk
- Een verkeerde inhoud
- Een verkeerd inzicht
- Een verkeerde richting
- Verkeerde waarde
- Geloof is!
August 17, 2014
Psalm 16:1-6
"Een gouden kleinood van David. Bewaar mij, o God, want ik heb tot U de toevlucht genomen. Mijn ziel, u hebt tegen de HEERE gezegd: U bent de Heere; mijn goedheid is niet voor U, maar voor de heiligen die op de aarde zijn, en de machtigen, in wie ik al mijn vreugde vind. Groot wordt het leed van hen die andere goden geschenken geven; ik echter giet geen plengoffers van bloed voor ze uit en neem de namen ervan niet op mijn lippen. De HEERE is mijn enig deel en mijn beker. U onderhoudt wat het lot mij toewees. De meetsnoeren zijn voor mij in lieflijke plaatsen gevallen, ja, een prachtig erfelijk bezit heb ik gekregen."
August 10, 2014
Psalm 133
"Een pelgrimslied, van David. Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het dat broeders ook eensgezind samenwonen. Het is als de kostelijke olie op het hoofd, die neerdruipt op de baard, de baard van Aäron, die neerdruipt op de zoom van zijn priesterkleed. Het is als de dauw van de Hermon die neerdaalt op de bergen van Sion. Want daar gebiedt de HEERE de zegen en het leven tot in eeuwigheid."
August 3, 2014
Psalm 16:1-2
"Een gouden kleinood van David. Bewaar mij, o God, want ik heb tot U de toevlucht genomen. Mijn ziel, u hebt tegen de HEERE gezegd: U bent de Heere; mijn goedheid is niet voor U"
July 27, 2014
Psalm 15
"Een psalm van David. HEERE, wie zal verblijven in Uw tent? Wie zal wonen op Uw heilige berg? Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent, die met zijn hart de waarheid spreekt. Die met zijn tong niet lastert, zijn vrienden geen kwaad doet en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt. In zijn ogen is de verworpene veracht, maar wie de HEERE vrezen, eert hij. Heeft hij gezworen tot zijn schade, zijn eed verandert hij evenwel niet. Zijn geld leent hij niet uit tegen rente, een geschenk ten nadele van de onschuldige aanvaardt hij niet. Wie deze dingen doet, zal niet wankelen, voor eeuwig."
July 20, 2014
Handelingen 19:11-20
Buitengewone krachten in Efeze – Hand. 19:11-12; Ef. 1:19; 3:16
Buitengewone machten in Efeze - Hand. 19:13-16; Ef. 6:11-13
Buitengewone vrees in Efeze - Hand. 19: 17-20; Ef. 2:1-2
July 13, 2014
Handelingen 18:22-23; 19:1-12
Inleiding - Hand. 15:35-36; 18:22-23
Paulus arriveert in Efeze - Hand. 19:1-7; 18:25
Paulus prediking in Efeze - Hand. 19: 8-9; 20:17-20; 25-38; 21:1
Paulus bouwt gemeenten vanuit Efeze - Hand. 19:10, 22, 24, 26, 20
July 6, 2014
Handelingen 18:18-21
De stad Efeze - 1 Kon. 11:5; Jer.7:18; 44:17-19
De gemeente in Efeze – Hand. 18:11,19; 16:6; 18:19-20; 18:21-24, 25-27; 1 Cor.16:19; Rom. 16:3; Hand. 18:21-23; 19:1
June 15, 2014
Efeze 1:13-14
God werkt sporadisch wonderen – Gen. 18:11-12; 21:2; Richt. 14:5-6; Joz. 10:13; 1 Kon. 17:16; 18:20-40; 2 Kon. 4:6; 19:20-37; Dan. 3:26
God werkt constant doorheen voorzienigheid – Rom. 8:28; Gen. 50:20
- Jezus zijn genezingen waren direct en volledig - Matt. 8:3, 13, 14-15
- Jezus zijn genezingen waren blijvend - Marc. 1:42-45
- Jezus Zijn genezingen waren uniek - Marc. 1:34; Joh. 11:44; Matt. 12:15; Joh. 5:2-3; Matt. 9:33
- Jezus zijn genezingen waren onomstotelijk waarachtig - Joh. 11:45-48
- Jezus zijn genezingen waren niet van te voren gepland - Marc. 1:32-34
- Jezus genas gelovigen en ongelovigen - Marc. 3:10
- Afname van genezingen bij de apostelen – Gal. 4:13-15 ; 2Fil. :25-30 ; 1 Tim. 5:23; 2 Tim.4:20
God leidt deze wereld veel meer door zijn voorzienigheid heen dan door zijn wonderen.
Hebr. 11:1 Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.
June 1, 2014
Efeze 1:13-14
Inleiding - Ef 4:11-12; 2:19-20
Apostelschap algemeen
- Apostel van de Heer - Luc. 6:13
- Apostel van de gemeente – Fil. 2:25; 2 Kor. 8:23
Apostelen een gave - 1 Cor. 12:28-30
De twaalf apostelen waren uniek
- Getuige van de opgestane Heer – Hand. 1:21-22; 1 Cor. 9:1; Hand. 26:16-17
- Opgetrokken met de Heer - Hand. 1:21-22; Joh. 14:26; 1 Joh. 1:1-3
- Gekozen door de Heer zelf – Luc. 6:13; Joh. 15:16; Hand. 1:24; 9:15; 1 Kor. 15:8-9; Gal. 1:1
Het gezag van de apostelen was absoluut - 2 Pet. 1:13-15; 1 Joh. 4:4-6; Matt. 10:14-16; Hand. 2:42; 1 Kor. 14:37; 2 Kor. 13:3; 1 Tess. 2:13
Apostelen legden het fundament - Ef. 2:19-20