


Diversiteit in de eenheid (Deel 2)
Efeze 4:7-10
Christus de Overwinnaar, gerechtigd gaven te geven - Ef. 4:8; Ps. 68:19; 2 Sam. 5:6-7;Hand. 18:10
Christus, de opgevaren Overwinnaar uitgelegd - Ef. 4:9-10; Ps. 139:15; Matt. 12:40

Diversiteit in de eenheid
Efeze 4:7-11
Toerustende genade – Ef. 4:7b; Tit. 2:11; Joh 1:17; Ef. 2:8; Rom. 5:1-2; 1Co 15:10; Ef. 4:11
Toegepaste genade – Ef. 4:7a; 1Pet. 4:10
Toegemeten genade – Ef. 4:7c; Rom. 12:6; Hand. 8:9,13,18-21; Luc. 10:17; Ef. 4:11; 1Cor. 1:7, 3:1-2; 12:15-26

Eenheid, eenheid, eenheid
Efeze 4:4-6
Inleiding - 1Cor. 1:10-12
Eenheid door de Geest – Ef. 4:4; 2:15-16; 1Co 3:16; Ef.2:21-22
Eenheid door de Heer – Ef. 4:5, Hand. 4:12; 2:38
Eenheid door de Vader – Ef. 4:6; Joh 1:12; Ef. 2:10

Een waardige wandel om de vrede te bewaren
Efeze 4:1-3
4 essentiële ingrediënten waardoor de ware eenheid in vrede bewaard blijft:
- 1e essentiële ingrediënt – nederigheid - Ef. 4:2a; Kol 2:23,19
- 2e essentiële ingrediënt – zachtmoedigheid - Ef. 4:2b; 2Co 10:1; Spr. 15:1
- 3e essentiële ingrediënt – lankmoedigheid - Ef. 4:2c; Heb 6:12-15; Rom. 4:20; Jac. 5:10; 1Tess. 5:14
- 4e essentiële ingrediënt – verdraagzaamheid - Ef. 4:2d; 1Pet. 4:8; Gal 6:2
De uitkomst - Beijveren in eenheid in de band van vrede - Ef. 4:3

Een waardige wandel (Deel 3)
Wat nederigheid is - 2 Kor 5:15; Gal 5:22
Het woord nederig - 1Pet. 5:5
Voorbeeld van nederigheid - Matt. 11:28-30
- Nederigheid geeft een God gerichte vreugde - Luc. 10:21
- Nederigheid heeft zijn emoties onder controle – Matt. 12:24
- Nederigheid vertrouwd volledig op God in moeilijke omstandigheden – Matt. 26:45-46
- Nederigheid nodigt mensen uit om te zegenen - Mat 11:28-30
- Nederigheid is niet bezorgt over wat anderen van hem denken - Matt. 16:13-15,23;Joh 7:18; 8:50
- Nederigheid wil dienen - Marc. 10:45
- Nederigheid verheugd zich in Gods plan - Joh. 6:38; 12:27

Een waardige wandel (Deel 2)
Wat is trots
Oorzaak van trots - Jes. 14:12-14
Voorbeeld van trots - Est 5:7-13 NBG
Einde van trots - Spr. 6:16;16:5; Jac. 4:6; Spr. 15:25; Mal 4:1

De weg van levensheiliging
Inleiding – Rom. 8:29
Een verdorven natuur - Ef. 2:3
De oude mens – Rom. 6:6; Kol. 3:9
De nieuwe mens – Rom. 6:8-14; Kol. 3:9-10; 2 kor. 5:17; Ef. 4:20-24
Een nieuwe natuur - 2 Pe 1:3-4; 1Co 10:13
Een oude en een nieuwe natuur – Rom. 6: 12; Kol. 3:9; Ef. 4:22


De bijbel (Deel 9)
Vertalen van de Bijbel.
- Concordante vertaling (formele equivalentie) - Ef. 1:5-6 /HSV
- Functionele vertaling (dynamische equivalentie) - Ef. 1:5-6 /GNB; Joh. 18:33-35
Opsomming
- NBG en de HSV zijn meer concordante vertalingen
- De grootnieuws Bijbel en de Bijbel in gewone taal zijn functioneel equivalente vertalingen
- De NBV zit er min of meer tussen in maar leunt meer naar de functionele equivalent

De bijbel (Deel 8)
Gods woord hersteld
Inleiding - Jes. 40:8; Matt. 5:18 HSV
Gods woord in de geschiedenis.
Gods woord hersteld - Marc. 1:2; Matt. 5:22; Joh 16:3; 16:9-20; 1 Cor. 1:26

De bijbel (Deel 6)
De genoegzaamheid van de Bijbel.
De genoegzaamheid van de Bijbel – Het is genoeg
Het heeft alles wat we werkelijk nodig hebben.
2 Pet. 1:3; 1Kor. 4:1-6; Spr. 30:6; Deut. 12:32
De genoegzaamheid van de Bijbel – Het is toereikend.
Het geeft alles wat we werkelijk nodig hebben.
2 Tim. 3:14-17; Joz. 1:8

De bijbel (Deel 5)
De helderheid bevestigd in het OT - Deut. 6:6-7; Ps.19:9; Deut. 30:11-14; Ps. 119:130; Neh 8:1-4,9
De helderheid bevestigd in het NT - Matt 12:3,5,7; 19:3-4; Matt. 22:29; Joh. 3:10; Ps. 119:105; 1Tim. 3:14; Ef. 6:1
- Het woord is helder maar niet direct - Joz. 1:8; Hebr. 5:13-14
- Het woord is helder maar niet zonder inzet - 2 Tim. 2:15
- Het woord is helder maar met hulp -
- Het woord is helder maar in gehoorzaamheid - Jac. 1:25

De bijbel (Deel 4)
Inleiding - 2Tim. 3:16 HSV
God is waarheid - 1Joh 5:20; 1Tess. 1:9; Joh. 17:3; Deut. 32:4; Joh. 8:26; 1Joh. 1:10; 5:10; Joh. 8:51-55; 1:17
God kan niet liegen - Jac. 1:17-18; Num. 23:19; Rom. 3:4; Tit. 1:2; Hebr. 6:18
Gods woord is waar - 2Sa 7:28;
Gods woord is onoverwinnelijk - Jes. 55:10-11; Joh 10:35
Gods woord is zuiver- Ps. 12:7; Spr. 30:5
Gods woord is betrouwbaar - Ps. 33:4
Gods woord is waarheid - Joh 17:17; Ps. 119:160

De bijbel (Deel 3)
Inleiding - 1 Tess. 2:13
Gods woord uitgeblazen – 2 Tim. 3:16 HSV; Ps. 33:6
Gods mannen geleid - 1 Pet. 1:10-11 HSV- 2Pe 1:20-21- 1Cor. 2:13; Jer. 1:4; Ez. 2:7; Mat 24:35; 2 Tim. 3:16 HSV

De bijbel (Deel 2)
De grote nood in de eerste eeuw na Christus.
De invulling van de nood in de eerste eeuw na Christus - Kol 4:16,7; Ef. 6:21; 1Tim 4:13
De bevestiging van de nood in de eerste eeuw na Christus - 1Tim. 5:18; 2Pet. 3:14-16
De criteria van de nood in de eerste eeuw na Christus - 2 Tess. 3:14; Joh. 14:26; Gal 1:11-12, 2 Kor. 11:13; 2 Tess 2:1-2; 1Co 14:37; Heb 4:12; 1 Tess. 2:13; 2Tim. 3:16-17; Hand. 17:11; 1 Kor. 15:3-4

De bijbel (Deel 1)
Hoe het OT gegeven is
- Het begin van het OT- Ex. 17:13-14; 24:3-4; 34:27,28; Gen 13:10; Num. 13:22; 33:1-2; Deut. 31:9-11; Joz. 1:8; 8:30-32; Deut. 17:18; Jos 8:34-35
- Materialen – Jer. 36:1-2; Ps. 40:8;Luc. 4.; Openb. 2:12;2Ti 4:13
- De rest van het OT - Jos 24:26; 1Sa 10:25; Richt. 17:6; 1Kon. 14:19, 29; 15:7; 1Kron. 29:29; 2Ch 9:29; Dan 9:2,5-6;Ezra. 6:18; Neh. 9:26-30; Matt. 23:35; Luc. 24:44-45
Hoe het OT bewaard en gekopieerd werd – Buiten Bijbelse geschiedenis.
Hoe het OT gestandaardiseerd werd en klinkers kreeg – Buiten Bijbelse geschiedenis





Het gebed van een gelovige (Deel 5)
Efeze 3:14-21
Inleiding
- Heb 4:12; Fil. 1:6
Gods
kracht - Ef. 3:20a; 1:3
Gods
onbegrensde kracht - Ef. 3:20b; Marc. 14:31; 7:37; 1 Tess. 5:12-13;Luc.
18:24-27; Matt. 19:26
Gods
onbegrensde kracht in ons - Ef. 3:20c; Fil.
4:13
Gods
heerlijkheid in de gemeente - Ef. 3:2a
Gods
heerlijkheid in Christus - Ef. 3:21b; Joh 17:4; Fil. 2:9-11 NBG
Gods
heerlijkheid voor eeuwig - Ef. 3:21c

Het gebed van een gelovige (Deel 4)
Efeze 3:14-21
Ontzag naar God - Ef. 3:14-15; Dan 3:10-11; 6:6,11-12; Hand. 20:36-37
Kracht van God - Ef. 3:16; Fil. 1:3-4; 2Tess. 1:3,11; 2Co 4:16
Bewoond door God - Ef. 3:17; Joh 14:23
Doorgronden van God - Ef. 3:17b-19a; Joh 13:34; 1Pet. 1:22; 1Jo 4:10-11
Vervuld door God - Ef. 3:19b

Het gebed van een gelovige (Deel 3)
Efeze 3:14-21
5 Obstakels voor gebed
1e obstakel – Geen tijd
2e obstakel – Te druk – Luc. 10:40-42
3e obstakel – Te droog – Luc. 18:6-8
4e obstakel – Geen nood - Jozua hoofdstuk 7-8
5e obstakel – Leven in zonde – Matt. 6:14-15; Ps. 66:18; 1Pet. 3:7; Spr. 28:13
7 Ingrediënt van ons gebed.
1e ingrediënt – God loven - Ps. 50:23; 146:1
2e ingrediënt - Belijden van zonden - 1Joh. 1:9
3e ingrediënt - Bidden van Gods woord – Ps. 145:18-21
4e ingrediënt - Volharding in gebed – Kol. 4:2; Luc. 22:43-44
5e ingrediënt - Waakzaam zijn - Kol. 4:2; Mar 14:38
6e ingrediënt - Dankt - kol. 4:2; 2:6-7
7e ingrediënt – Vragen - 1Pe 5:7; Fil. 4:6

Het gebed van een gelovige (Deel 2)
Efeze 3:14-21
God zelf centraal - Joh 17:3; Jer. 9:23-24; 2 Kor. 10:17; Ps. 70:5
God benaderen in geloof- Hebr. 11:6; Hebr. 4:16; Ps. 42:2-3; Ps. 84:11
God beantwoord gebed - Joh. 14:13-14; 1Joh. 5: 14; Mat 21:22